De welvaart van na de tweede wereldoorlog kent een aanvangsperiode.

De jarig zestig kunnen gekenschetst worden als de voltooiing van de wederopbouw.

Onze grote oosterbuur had nog tot in het midden van de jaren zeventig werk aan het ruimen van puin.

Daarna begon de vervolgffase voor welvaartsgroei in de periode tussen 1975 en 1985.

Het jaartal 1975 moet alsvolgt begrepen worden.

De manifestaties van een nieuw peil van ons welvaartsniveau kwamen al in de jaren 60 in beeld.

Veel rijkswegen voor de verwerking van autoverkeer kwamen  tot stand.

En hoewel de nieuwe welvaart zich al in de jaren 60 manifesteerde was de geest die bij de nieuwe verkregen welvaart hoorde nog niet geheel aanwezig.

Veel gezinnen konden nog niet of gedeeltelijk deelnemen aan de nieuw ontstane welvaart.

De cao's die werden afgesloten voor werkende mensen maakten het mogelijk dat mensen in die tijd de kosten voor behuizing voesel en kleding konden bekostigen.

Ik heb zelf ook die tijd meegemaakt als kind dat een klasgenoot speelgoed had die ik en andere klasgenoten nog niet hadden.

En dat was normaal het baarde geen opzien.

In die tijd zaten veel mensen van de oudere generatie nog volop in de verwerking van oorlogtrauma's uit de tweede wereldoorlog.

Hun kinderen en kleinkinderen hadden het perspectief dat ze het beter zouden gaan krijgen dan hun opa of papa.

Dat mocht ook wel een ding zijn.

En daar bleef het bij.

Die tv mocht nog niet aan zolang zolang wij kinderen nog niet in onze pyama zaten en onze tanden gepoetst hadden en de afwas nog gedaan moest worden.

Televisie uit die tijd maakte nog niet de dienst uit wat dat betreft.

En die tv kan als een belangrijk symptoon beschouwd worden voor de nieuwe verworvenheden voor werkende families uit die tijd.

De tv kan in een opzicht staan voor de belangstelling van of het toekennen van enige betekenis aan iets wat als een vrucht van de nieuw verkregen welvaart kan worden beschouwd.

De tv-programma's werden vooral 's avonds na het eten geconsumeerd en daarna was het over.

De bulk van het gezinsleven bleef zich afspelen met buitensluiting van het tv-toestel.

Het benodigde bewustzijnsvermogen daarvoor was ruimschoots aanwezig.

Die tv is verder een ding er komt geen leven uit voort.

Spelen met je jongere broers en soms met je oudere broers en zuster bleef prioriteit nummer een.

De families waren bij hun gezonde verstand wat dat betreft.

De pedaalemmer in de keuken had in die context zin twee betekenissen.

Het was een pedaalemmer voor prullen.

Maar het had ook een geestelijke betekenis voor waardeloze gedachten.

De welvaartsbeleving zonder dat andere wat we hier maar als geestelijk voedsel aanduiden was zeker een waardeloze gedachte. 

De nieuwe vitrages of nieuwe gordijnen de nieuwe zitbank.

Het was even in beeld als nieuwe aanschaf van die dingen en verder was er geen aandacht voor.

Alleen maar dat je voorzichtig om moest gaan met die nieuwe meubelen.

Het schiet me nu enigszins te binnen.

Onze moeder verbod ons soms wekenlang om plaats te gaan nemen in de nieuwe zitstoelen.

De kans op brokken was aanwezig.

Ik en mijn jongere broers.

We begrepen onze eigen vernielzucht niet.

Mijn oudere broers en zuster mochten wel plaats nemen op de nieuwe zitbank met fauteuil.

De bekommering om de nieuwe meubelen ging alleen over de zorg dat mijn moeder niet meteen nieuwe meubelen in huis moest halen omdat de vorige nieuwe meubelen gesloopt waren door haar kinderen.

In de geest van die tijd was dit een aanleiding voor pakslaag.

Ook in de ogen van mijn mijn oudere broers en zuster.

Dat was normaal.

En dat gebeurde ook.

Voor de rest was er geen oog voor de meubelen of het moest zijn dat de nieuwe meubelen niets voorstelden doordat ze de opgebouwde sfeer die bij de oude was nog niet wisten te evenaren.

Dat was dan de welvaartsbeleving bij ons thuis.

De nieuwe dingen in huis daar werd geen aandacht aan besteed.

Er was nog geen focus voor een welvaartsbeleving met nieuwe meubelen.

Nieuwe dingen in huis moesten op hun beurt wachten.

Er moest eerst een paar maanden op gezeten worden voordat de aanvang van betrekkelijke luxe als beleving plaats mocht gaan vinden.

De nieuwe spullen diende zich aan te passen aan de reeds aanwezige spullen en niet andersom.

Dingen maakten nog geen deel uit van een levensgevoel of beleving.

Ze veroorzaakten nog geen stemming waarin we ons goed voelden.

Wij als mensen maakten de sfeer en die spullen hadden er zich naar te voegen.

Spullen hadden op de eerste een functie en het veroorzaken van een gevoel hoorde daar niet bij.

Je moest er goed op kunnen zitten en je ging niet plaatsnemen op de nieuwe meubelen voor het zitten.

Je werd betrapt daarop en er werd dan aan je gevraagd of je soms niets te doen had.

We hadden het vaak gezellig met elkaar en die spullen moestten zich daar maar naar schikken.

De oude wonden op het geestelijke vlak de trauma's waren nog in de wereld.

Als je een welvaartsbeleving wilde voor jezelf vanuit de zitting van het nieuw aangeschafte meubelement dan moest je je gedachten maar even laten gaan over de de situatie voor mensen met een oorlogstrauma.

Dit was werk voor mijn oudere broers en zusters om te doen.

Ik snapte de betekenis niet.

Dat je mocht begrijpen dat je gezondheid het belangrijkste is en dat dat iets is waar  veel mensen niet over beschikken.

De nieuwe meubelen en de beleving die we er nu bij hebben.

Eerst werd de dag geleefd.

De voorvallen van de dag moesten eerst plaatsvinden.

Daarna de repercussie ervan.

En dan het avondeten.

Om zeven uur moest je vervolgens op de grond gaan zitten  voor de tv in je pyama je tanden gepoetst totdat een van je oudere broers of oudste zuster de tv aan ging zetten.

Daarna naar bed.

Want je was kind in groei.

En dat gegeven dat is het allerbelangrijkste.

Daar kan geen welvaartsverdwazing tegenop van welke aard ook.

Als zodanig dient het jaat 1975 te worden begrepen in de context van welvaartsbeleving.

De periode daarna karakteriseerde zich als bestendiging van de verkregen welvaart.

Om het maar weer aan de hand van de tv in huis uit te moeten leggen.

De tv arriveerde pas in 1968 in onze woonkamer.

Voor die tijd was er nog geen plaats voor een tv in het leven van het gezin waarin ik opgroeide.

We konden wel thunderbirds kijken bij de overburen.

De kleurentv moet bij ons omstreeks 1985 zijn intrede gedaan hebben.

Waarschijnlijk was dat later het geval.

En de nieuwe meubelen in het nieuwe huis want mijn familie was verhuisd naar een nieuwe woning met voor het eerst een tuin erbij hadden nu wel een decoratieve functie gekregen naast de gebruiksfunctie.

De modetrend van de jaren tachtig.

Het weerspiegelt de bestendigheid van de toename van welvaart die zich manifesteerde in de inrichting van de woonkamer.

De jaren zeventig waren hier vooral zitkuilen en verlaagde plafonds met een ingebouwde bar of open keuken.

Mijn moeder had hiervoor gewerkt ze hoefde geen lening af te sluiten.

Het geld was er.

In 1985 begonnen de commerciele zenders met hun uitzendingen.

Een van de markante dingen van commerciele uitzendingen waren de afleveringen over klussen waarin een huis verbouwd werd.

Naast andere domme dingen.

Ik wil hier verder naar heer van kooten en de bie verwijzen.

We waren in de welvaartsbeleving uit de jaren zestig en zeventig ook wel eens dwaas bezig.

Vooral na 1985 begonnen de interrupties in de gesprekken op het werk over de toen gangbare onderwerpen.

Men was toen nog massaal naar het programmaaanbod aan het kijken van de gevestigde omroepen.

Die persoon die naar zo een klussenprogramma had gekeken stond vaak nog in zijn eentje.

Er was niemand die kon aanklampen bij de onderwerpen van de commerciele omroepen.

Ondertussen zijn de rollen omgedraaid.

Nu kijken minder mensen naar de gevestigde omroepen met hun programma's dan mensen die programma's op de commerciele tv volgen.

We begonnen in de jaren zestig en zeventig wellicht verstrooid te geraken door te kijken wat er op tv was.

De krant werd uitgelezen en de tv stond aan in de huiskamer.

"'Tegen wie heb je het ik kan je niet verstaan doe die tv even wat zachter ik kan je moeder haast niet verstaan''.

Maar dit gepraat over klussen was geen verstrooidheid

Het verlies van contact met de hemel was verder gegaan in die persoon.

Ikzelf kan me goed orienteren in een gesprek over een onderwerp wat door een gevestigde omroep vertoond is.

Orienteren in de zin van standhouden met het hanteren van mijn eigen mening en inzicht.

Als ik probeer mee te doen met een gesprek over een programma van een commerciele omroep over klussen dan ervaar ik vaak de energie van door elkaar heen willen gaan roepen. 

Het los zand niveau van de gesprekken die heden ten dage plaatsvinden moet daar eveneens een uitvloeisel van zijn.

De eerste tv in huis maakte destijds bij ons in het begin niet de dienst uit.

En waarschijnlijk was dat in veel gezinnen zo.

Maar doordat ik ziek was geworden en tijdelijk bij mijn ouders verbleef ging die tv wel de dienst uitmaken over MIJ.

Het was een euvel gelijk aan het euvel destijds waarbij ik in mijn geestelijke groei naar volwassenheid een achterstand had op mijn klasgenoten tijdens de leerplichtfase in mijn leven.

Opnieuw kon ik niet goed meekomen weliswaar dit keer met het nieuwe fenomeen commerciele tv.

Allereerst de omschakeling van het rustige zachtere meer rust uitstralende decor van de publieke omroepen naar te drukke decors die van de praalwagens van de bloemencorso verwijderd waren en in de studio van nieuwe commerciele omroepen geplaatst werden

Daarbij was het zo dat ik botste met wat er zich op het scherm afspeelde van de commerciele omroepen.

Mijn ogen waren nog niet gewend aan uitzendingen van de commerciele omroepen.

Ik weet niet of dat nu heden ten dage wel het geval is.

Mijn moeder probeerde me te helpen met het inzicht dat deze omroepen vrije krachten zijn.

Er was niets aan de hand ik hoefde me geen zorgen te maken.

Het was iets om me ermee bezig te mogen houden.

Maar echt waar.

Door mijn ziekte kwam het dat ik dacht dat ik niet geschikt was om naar commerciele uitzendingen te kijken.

Bij de tijd dat ik me moeder weer te spreken krijg zal dit onderwerp al reeds vervlogen zijn.

Ik was toen ziek geworden en heb een kort tijdje bij mijn ouders mogen verblijven.

In mijn ziekte kon ik genieten albert kwak scooby doo en meer van dat soort programma's.

Het waren zachte programma's en mijn moeder begreep dat.

Maar met alle keuzemogelijlkheden om naar commerciele tv te  kijken.

Ik kon er destijds niet van aflezen dat mensen er opgewekt of opgewekter van werden.

Het was een nieuwe trend en als zodanig werd het nieuwe verschijnsel omarmd.

Men kon nu ook naar nederlandse commerciele zenders zappen.

Een nieuwe bekommering werd toegevoegd aan de reeds onstane cultuur van luxeproblemen voor op de zitbank bij werkende gezinnen.

En ze begonnen het momentum voor een goed gesprek weg te moffelen bij zichzelf.

Niet in het gezin bij mijn moeder.

Op zo een moment ging de tv gewoon uit.

Altijd als dat soort mensen willen dat hun onderwerpen van interesse aan bod moeten om de boventoon te kunnen voeren  ontstaat er een vacuum.

Een goed onderwerp voor gesprek willen afhouden geeft geen goed effect.

Toch kan je het best als gezin het wel met elkaar over iets hebben voordat je je door de tv wil laten afleiden.

Domme onderwerpen vertoond door commerciele omroepen.

Degene het lid van de familie die daar interesse in toont die moet maar opstaan de trap op naar de slaapkamer om zich daar waar die andere tv staat af te kunnen zonderen.

De tv is nog steeds niet in staat een rol te kunnen spelen bij families waar men gewoon met elkaar optrekt.

Waar doorgeleefd wordt in de huiskamer en elders.

Waar alles een tijd een plaats en een moment van bekommering kent.